Financiële begroting

1. Financiële beschouwingen

Via circulaires informeert het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gemeenten over de gemeentefondsuitkeringen. Het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeenten. Gemeenten ontvangen in principe op drie tijdstippen in het jaar de informatie over de gemeentefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. Deze begroting is gebaseerd op de meicirculaire 2025. Het gemeentefonds kent drie soorten uitkeringen: de algemene uitkering, de decentralisatie- en de integratie-uitkeringen.

Jeugd
Voor 2025 tot en met 2027 komt circa € 3 miljard cumulatief voor gemeenten beschikbaar voor
jeugdzorg en voor de terugval in 2026 in het gemeentefonds. Hieronder volgt een toelichting
op de verschillende maatregelen.

Demping terugval gemeentefonds 2026
Er wordt structureel € 424 miljoen beschikbaar gesteld voor de terugval in het gemeentefonds. In 2026 is het een bedrag van € 400 miljoen en voor 2030 en verder een bedrag van € 424 miljoen. Het Rijk beschouwt de demping van het zogenaamde ‘ravijn’ van de algemene uitkering als onderdeel van het cluster Jeugdzorg.

Tekorten voor rekening Rijk
De deskundigencommissie Van Ark adviseert om het tekort in het budget voor jeugdzorg in gelijke delen te verdelen over Rijk en gemeente. De structurele kosten voor het Rijk zijn € 414 miljoen.

Groeipad maatregelen Hervormingsagenda
Het ingroeipad van de maatregelen van de Hervormingsagenda wordt verzacht. Hiervoor is in 2026 € 498 miljoen en in 2027 een bedrag van € 447 miljoen beschikbaar. De volledige besparing van de Hervormingsagenda wordt volgens het Rijk in 2028 gerealiseerd.

Hervormingsagenda Jeugd
Het grootste deel van de eerder gereserveerde middelen voor de Hervormingsagenda Jeugd zijn bij de meicirculaire 2025 overgeboekt naar het gemeentefonds. Het gaat om een bedrag van € 333 miljoen in 2026 variërend tot € 320 miljoen in 2030. Dit betekent dat de in de begroting 2025-2028 opgenomen stelpost is vervallen. De verdeling van de resterende nog geserveerde middelen (€ 23 miljoen in 2026 tot € 36 miljoen in 2028) is nog niet bekend.

Naast het beschikbaar stellen van aanvullende middelen neemt het Rijk ook een financieel voorschot op nog te nemen maatregelen om het jeugdzorgstelsel te beheersen. Dit doet het rijk vanaf 2028 door een uitname uit het gemeentefonds voor drie maatregelen. Hieronder staat per maatregel een toelichting.

Eigen bijdrage jeugdzorg
Er wordt een eigen bijdrage ingevoerd voor jeugdzorg per 1 januari 2028. De maatregel moet jaarlijks € 260 miljoen opleveren.

Sturen op trajectduur jeugdzorg
Rijk en gemeenten gaan met de sector afspraken maken over hoe beter te kunnen sturen op trajectduur. Deze maatregel moet jaarlijks € 68 miljoen opleveren vanaf 2028.

Gemeenten kunnen zowel de eigen bijdrage als het sturen op de trajectduur budgettair neutraal in hun begroting verwerken, bijvoorbeeld door hiervoor een stelpost op te nemen. Dit geldt op dit moment alleen voor de komende begroting 2026-2029. De financieel toezichthouder staat dit toe, omdat aannemelijk is dat het realiseren van deze uitwerking en wetgeving onder de verantwoordelijkheid van het Rijk valt.

Indexeren opbrengst Hervormingsagenda
De besparingsopgave van de Hervormingsagenda Jeugd is in prijs- en volumepeil 2019 ingeboekt. Er is een hogere besparing te veronderstellen, aangezien prijs en volume sinds 2019 zijn gestegen. De omvang van deze besparing is jaarlijks € 507 miljoen vanaf 2028.

Gemeenten moeten hiervoor zelf concrete maatregelen treffen om deze besparing te realiseren. Hiervoor is het niet mogelijk om een stelpost op te nemen.

Wmo
Uitstel vervanging abonnementstarief Wmo
In de Voorjaarsnota 2023 is besloten dat het abonnementstarief in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 wordt afgeschaft en dat in de plaats daarvan vanaf 2026 de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo opnieuw wordt ingevoerd. Hiervoor wordt het wetsvoorstel Vervanging abonnementstarief Wmo 2015 voorbereid. De inwerkingtreding van deze wet is nu voorzien per 1 januari 2027 in plaats van per 1 januari 2026. Dat betekent dat de besparing van € 225 miljoen voor het jaar 2026, die in de Voorjaarsnota 2023 in het gemeentefonds is verwerkt vervalt. De € 225 miljoen is toegevoegd aan de algemene uitkering.

Deze pagina is gebouwd op 10/06/2025 15:18:33 met de export van 10/06/2025 15:10:39