De afgelopen jaren is de woningmarkt wisselend geweest. De betaalbaarheid van woningbouw staat daarmee onder druk, maar biedt ook kansen voor alternatieve programma's. Daarnaast legt het streven om 30% sociaal en 30% betaalbaar te bouwen een financiële druk op de nieuwbouwplannen en wordt dit door deze druk door de Wvrv nog groter. De vertraging die ontstaat doordat beroep wordt aangetekend tegen omgevingsplannen levert vervolgens zowel extra financiële als sociale risico's met zich mee.
Financieel dient wel benoemd te worden dat de stijgende huizenprijzen voor de grondexploitaties voordelig kunnen zijn. Grondprijzen stijgen volgens de gespecialiseerde bureaus harder dan de bouwkosten. Wanneer dit voordeel opweegt tegen de extra rente- en beheerskosten kan een nadelig effect tegengegaan worden.
De toekomst biedt daarmee voldoende kansen om lopende projecten goed af te ronden en nieuwe op te starten. Om toch bij te kunnen dragen aan de gewenste woningbouwbehoefte blijft het ook van belang er rekening mee te houden dat sommige projecten tot een verlies kunnen leiden. En verwachte verliezen moeten meteen worden afgeboekt, aldus het BBV. Hiervoor heeft de gemeente met de bestemmingsreserve Grondexploitaties een voldoende stevig instrument.
Het uitgangspunt bij nieuwe projecten is dat deze minimaal budgettair neutraal kunnen worden uitgevoerd. Gezien de aard van de verschillende projecten is het mogelijk dat dit niet altijd zal lukken. Per project zal er een afweging gemaakt worden in hoeverre de inzet van gemeentelijke middelen bijdraagt aan het realiseren van bestuurlijke doelen om niet alleen te zorgen voor voldoende woningen, maar ook een gezonde leefomgeving.