10. Personele lasten

Enkele vacatureplekken zijn inmiddels ingevuld met vaste medewerkers, hierdoor is minder inhuur noodzakelijk. De daling van de lasten personeel in dienst wordt veroorzaakt doordat in de organisatiewijziging een teamleider is verplaatst naar een ander team. Daarnaast wordt een deel van de daling ook veroorzaakt doordat uit wordt gegaan van norm treden in plaats van de daadwerkelijke treden waar een medewerker in valt. Voor dit specifieke team zorgt dat voor een daling ten opzichte van de begroting van vorig jaar.

Ten opzichte van vorig jaar zijn vaste functies meer structureel ingevuld waardoor van langdurige inhuur op deze plekken naar verwachting niet meer noodzakelijk is. Dit zorgt voor een daling van personele lasten in de bedrijfsvoering.

Door pensionering stromen bij de afdeling Beheer medewerkers uit waarvoor de gemeente een rijksbijdrage ontvangt. Voor de nieuwe medewerkers ontvangt de gemeente lookkostensubsidie, deze is aanmerkelijk lager. Ook is de indexatie van de salarislasten van invloed op het totaal van de hogere personeelslasten.

Het verschil hangt voor een belangrijk deel samen met verleende specifieke uitkering vanuit het Rijk voor CDOKE (Capaciteit Decentrale Overheden voor Klimaat- en Energiebeleid). Hiertegenover hoort de gemeente corresponderende uitgaven in de begroting op te nemen. Dit kan in de vorm van doorbelasten van interne uren, maar ook in de vorm van begrote uitgaven van externe inhuur. In 2026 is er geen sprake meer van een specifieke uitkering voor dit doel. Bij de jaarrekening 2025 zou een ongebruikt deel hiervan overgeheveld kunnen worden naar 2026.

Het verschil voor de afdeling Sociaal Domein kan toegerekend worden aan de indexering van de salarislasten tussen de jaren 2025 en 2026. 

Het verschil tussen de gewijzigde begroting 2025 en de beginstand van de begroting 2026 wordt verklaard door de werkelijke uitname van het vervangingsbudget in 2025.

De gewijzigde begroting 2025 toont het restant van het knelpuntenbudget voor 2025. Vanaf  2025 is structureel € 1 miljoen beschikbaar.Vanaf 2026 is het restant zichtbaar dat nog verdeeld kan worden om knelpunten in de organisatie op te lossen. Omdat in 2025 vooral tijdelijke inzet ten laste van het knelpuntenbudget komt is het restant vanaf 2026 hoger.

Het voordelige verschil is een resultaat van een hogere raming van uren eigen personeel van de afdelingen Beheer en Ruimtelijk Domein dat in 2026 gaat werken aan investeringen.

De uitgaven en inkomsten op onze grondexploitaties worden door de boekwaarde van de grondexploitaties worden. hier staan toekomstige grondverkopen tegenover. Daarom drukken personele kosten op de grondexploitaties niet direct op onze reguliere begroting. Deze personele inzet komt daarmee niet ten laste van onze gewone dienst. De dekking van personele lasten uit grondexploitaties valt in 2026 naar verwachting hoger uit dan in 2025.

Ten opzichte van de begroting 2025 kunnen wij meer uren toerekenen aan met name specifieke uitkeringen (SPUK).

Het voordelige/nadeliger verschil is het resultaat van een hogere raming van uren eigen personeel van de afdeling Beheer dat in 2026 gaat werken ten laste van de tarieven afvalverwerking en riolering.

Het voordelige verschil is het resultaat van een groter aantal uren dat de teams in 2026 gaan toerekenen aan de overige tarieven.